Artikelen over Scheren
Bron: Friesch Dagblad : Sneon en Snein
ISAN: 990123 90 4159 01 2 1
Taal: Nederlands
Datum: 19990123

Top of flop


Dries Reeder demonstreert de 'Moonshaver'. Het scheerapparaat, waarmee astronauten zich gladgeschoren in de ruimte konden vertonen, werd aan het eind van de jaren zestig opgestuurd naar de NASA.


Machtig werk moet het zijn, de ontwikkeling van een nieuw product. Beginnen met een blanco vel papier, en aan de slag. Philips maakte deze maand bekend een kenniscentrum van pakweg achtduizend man te vestigen in Eindhoven, de bakermat van het concern. De scheerapparatenfabriek in Drachten kent ook een clubje 'whizkids', dat werkt aan de verdere vervolmaking van de Philishave. Een klein bedrijfsmuseum laat zien, dat ze er niet altijd in slagen met een 'millionseller' op de proppen te komen. Over Zephyr, Philishave 6, de Muis en de Moonshaver.

Door Maarten Pennewaard
Foto's Jan de Vries
De geschiedenis vertelt niet of 'ie ooit op de maan is geweest, dus het ergste moet worden gevreesd. Maar tegen het einde van de jaren zestig sloeg ook in Drachten de Apollogekte toe. De wedloop tussen de Amerikanen en de Russen om de hegemonie in de ruimte zette de ontwikkelaars van scheerapparaten aan tot een eigen offensief: de ontwikkeling van de Moonshaver. "Waarschijnlijk met de gedachte: als de Amerikanen als eerste op de maan staan, laten ze zich dan wel goed geschoren aan de wereld presenteren", lacht Dries Reeder, die in de Philipsfabriek het museumpje heeft opgezet.
Toen de stap van een naar twee scheerkoppen eenmaal was gezet, lag ook de weg naar veel meer koppen open. Dit ontwerp dateert uit de jaren zestig, maar de achtkoppige Philishave heeft de winkels nooit bereikt.

Het scheerapparaat lijkt indrukwekkend, maar ook volkomen gedateerd. Met een behuizing die anno 1999 voldoende groot is om een volledige hifiset te bergen was het misschien ook wel wat teveel van het goede. De raketcapsules uit die periode waren nu niet bepaald ruim wat betreft huisvesting. Het forse formaat werd gedicteerd door de eis, dat afgeschoren baard haartjes in het apparaat moesten worden opgevangen. Een in het luchtledlge hangende ruimtecapsule vol rondzwevende haartjes zou immers geen reclame zijn voor de Philips-ingenieurs.
De Moonshaver is tussen 1968 en 1970 vanuit Drachten opgestuurd naar de NASA, met het vriendelijke verzoek het prototype eens uit te testen. "Maar we hebben nooit een berichtje teruggekregen van Cape Canaveral, dus of 'ie ooit echt gebruikt is...", zegt Reeder. Van het apparaat zijn precies twee 'echte' exemplaren gemaakt: de ene die bij de NASA rondzweeft en de andere in de bedrijfscollectie in Drachten.

De ontwikkeling van de 'ruimteshaver' illustreert aardig hoe het er aan toe kan gaan op een ontwikkelingafdeling van een elektronicafabriek. Van een commerciële toepassing zal zelfs de grootste optimist bij Philips niet hebben gedroomd, maar het opdoen van de vereiste kennis om een scheerapparaat voor 'outer space' te kunnen produceren was voldoende aanleiding om het project toch maar te starten.

De 'eerste Philishave: de 'Sigaar' uit 1939.

Hoeveel geld, denkwerk en tijd is gemoeid met het uitdenken het fabriceren van prototypen, het testen en het produceren, van een nieuw product, behoort tot de grote geheimen van de industrie. Zo volstond Philips vorig jaar, bij de introductie van het succesvolle apparaat voor natscheerders, de Cool Skin niet het noemen van het bedrag dat de reclamecampagne zou vergen - een slordige f 100 miljoen.

Prijskaartjes die hangen aan onderzoek en ontwikkeling zijn niet voor de buitenwacht bestemd. Maar de ontwikkeling van de Cool Skin is een proces van enkele jaren geweest. Omdat het apparaat ook onder de douche kan worden gebruikt, moest Philips andere metalen gebruiken. En dat betekende dat ook andere machines voor de productie van onderdelen moesten worden gemaakt. Een kostbare zaak derhalve, die in de loop der jaren weer moet worden terugverdiend.

Missers zijn daarom niet gewenst, maar ook niet te vermijden. "Dat is het risico van het vak", vindt Reeder. De collectie in het Philishavemuseum is een aardige mengeling van top en flop, van vingeroefening tot kassucces.

De geschiedenis van Philishave is begonnen met de 'Sigaar', waarvan de beheerder van de collectie een prototype kan laten zien. Dit apparaat uit 1939 betekende met zijn roterende kop een revolutie op scheergebied.
De 266 omwentelingen van de mesjes per minuut zouden nu niet erg meer op prijs gesteld worden door de droogscheerders. Een beetje elektrisch apparaat komt nu tot ruim tweeduizend omwentelingen.
Een prototype van een Philishave, die ook zonder elektriciteit werkte. Door middel van een trekdraad werd het apparaat in werking gezet. Verder dan wat testexemplaren is het idee uit de jaren vijftig niet gekomen.

De 'Sigaar' was de eerste Philishave. Op 14 maart van dat jaar werd hij gepresenteerd op de Voorjaarsbeurs in Utrecht. De verkoopprijs was f 19,50, een nettoweekloon in die tijd. Maar dan had je wel een scheerapparaat met bronzen mesjes." Imposante verkoopcijfers boekte Philips met de Philishave 6, zo genoemd vanwege de zes mesjes in het scheerblad. De productie startte in 1940 met drieduizend stuks per week, maar in 1942 liepen er wekelijks al achtduizend van de lopende band. In totaal werden er vierhonderdduizend stuks van verkocht.

"Na de oorlog kwam de 'Staalbaard'. Daarmee is het echt los gegaan. De apparaten werden niet alleen in Nederland gemaakt, maar ook in lokale fabrieken in bij voorbeeld Frankrijk", aldus Reeder. De verkoop liep op tot 540.000 stuks. De prijs was inmiddels gestegen naar f 39. "Het was 'booming business', hij werd zelfs verkocht in speciale uitvoeringen voor Zuid-Amerika. In feite is dit de basis geweest voor heel Philishave."
In de vitrines in de Drachtster fabriek zijn tal van speciale uitvoeringen te vinden. Met bedrijfslogo's, zoals van de KLM, tot 'koninklijke' apparaten met een afbeelding van de Groene Draeck het zeilschip van de koninklijke familie.

Maar het aardigst zijn de machientjes, die het stadium van prototype nooit zijn ontgroeid. Reeder laat een apparaat zien, dat alle franje en luxe ontbeert. Het staat bij Philips bekend als de 'vechtshaver'.
Het is een apparaat, teruggebracht tot de basis. Dat moest voor een absolute bodemprijs op de markt gezet kunnen worden, als concurrenten ons opeens zouden aanvallen. Echt een Spartaans model, dat voor de laagste prijs toch kwaliteit moest bieden."
Eind jaren vijftigboekte Philips succes met speciale uitvoeringen van de bestaande apparaten. Naast de 'koninklijke' Philishave, met het logo van De Groene Draeck, liggen scheerapparaten die aan vliegmaatschappijen werden verkocht. Passagiers konden tijdens de vlucht een apparaat met logo van KLM of SAS vragen aan de stewardess.

Een andere Philishave die de productielijn nooit heeft gehaald, is er een die zonder elektriciteit draait. Het apparaatje, met nog maar een scheerkop, werkt door middel van een trekdraad. Het mechanisme is te vergelijken met dat in een knijpkat.

In 1956 maakte het bedrijf voorzichtig de sprong van twee naar drie scheerkoppen. Niet in Nederland, de thuishaven van Philips, maar helemaal aan de andere kant van de wereld. "Heel bewust heeft Philips gekozen voor een lancering in Australië. De verwachtingen waren hooggespannen, maar je weet nooit hoe een nieuw product valt bij de consument. Maar we konden ons een misser in Europa niet veroorloven. De gedachte was: als het in Australië fout gaat, hebben we daar in Europa niet zoveel hinder van."

Tien jaar na de wereldprimeur werd de driekopper in Europa op de markt gebracht. Het succes leverde de Drachtster fabriek geen windeieren. In totaal zijn er nu zo'n 350 miljoen scheerapparaten geproduceerd en verkocht. Zonder de permanente zoektocht naar nieuwe mogelijkheden was dat nooit gelukt.

Het 'bedrijfsmuseum' in de Drachtster scheerapparatenfabriek is niet toegankelijk voor publiek. Museum Smallingerland in Drachten beschikt ook over een collectie Philishaves, die wel voor iedereen te bezichtigen is.


Trefwoord:
Droogscheerapparaat
Produktontwikkeling
Museum